Technieken » Vernis en retoucheervernis.

Vernis en retoucheervernis.

Inschieten van kleuren en vernissen.
Voor het doek vernist kan worden moet je een jaar wachten. Dat is lang maar anders loop je weer het risico op haarscheurtjes. Met de onderschildering in acryl zal dit doek niet last van hebben van het inschieten van de kleur, olie trekt niet zo snel door acryl heen. Schilder je louter met olieverf of doek dan verdwijnt een deel van de olie in de ondergrond en zal de kleur van het doek inschieten. Het is voor een groot deel te voorkomen door niet op een universeel geprepareerd linnen te schilderen maar op een doek met een oliehoudende ondergrond. Schiet het doek toch in dan kan je tijdelijk een retoucheervernis over het doek heen zetten. Na een jaar sluit je het doek af met een slotvernis.
Het verschil tussen een Damar slotvernis en een Damar retoucheervernis is dat er bij de laatste meer gomterpentijn aan de damarhars wordt toegevoegd.

• Slotvernis: 1 deel damar hars en 3 delen gomterpentijnolie
• Retoucheervernis : 1 deel damar hars en 10 delen gomterpentijnolie

Een retoucheervernis is geen glansvernis, maar dient om de glans van ingeschoten plekken op te halen zonder dat een afsluitende laag wordt gevormd die de uitharding van olieverf zou verhinderen.

Om vernis mat te maken voeg je  een matteringsmiddel toe. Als matteringsmiddel wordt fijn glaspoeder gebruikt.

Vet over mager.
Wat houdt dat in? Vet over mager verwijst naar de opbouw van het schilderij. Door de traag werkende droging van olieverf (pas na 70 jaar is de verf echt  droog) moet je er voor zorgen dat de lagen, volgend op de eerste laag met een steeds iets vetter medium worden geschilderd. Wie dat niet doet loopt het grote risico dat een dunne, opliggende laag  eerder droogt dan de verf onder deze laag. De verf barst dan, er ontstaat een craquelé, kleine barstjes in het schildersdoek of paneel die kunnen wijzen op ouderdomsverschijnselen of verkeerd gebruik van medium. De verflagen breken los van elkaar, of zelfs van de ondergrond.

De oorzaak van craquelé bij oude schilderijen is het verschijnsel dat lagen verf en vernis in de loop der jaren de elasticiteit verliezen. De rek en krimp die optreedt in deze materialen door verschillen in temperatuur of vochtigheid leiden dan tot kleine scheurtjes of barstjes, omdat de verf niet meer kan meebewegen. Op houten panelen kan de ondergrond barsten, waardoor er ook barsten in de verf ontstaan.

Craquelé kan ook diverse andere oorzaken hebben. Het kan veroorzaakt worden door een onjuiste verhouding tussen bindmiddel en pigment. Er zal nog sneller effect optreden als niet de juiste vet over mager techniek is toegepast, maar als juist sterk verdunde verf over een vettere, meer oliehoudende laag, is heengezet.

In schildersmedium zit naast terpentijn en olie ook een droogmiddel, siccatief. Wie te veel siccatief aan zijn medium toevoegt (5% is het maximum) zal last krijgen van barsten in de verfhuid.