Uitgelicht » De aanbidding van het Lam Gods

De aanbidding van het Lam Gods

Jan van Eyck
Van 1 februari – 30 april vindt in het Museum voor Schone Kunsten te Gent de grootste Jan van Eyck-tentoonstelling ooit plaats; een unicum. Wereldwijd zijn er van deze Vlaamse meester slechts een twintigtal werken bewaard. Zeker de helft daarvan reist naar Gent. In het museum worden ze samengebracht met werk uit Van Eycks atelier en kopieën van intussen verdwenen schilderijen. De tentoonstelling wordt aangevuld met meer dan 100 topstukken uit de late middeleeuwen. Speciaal voor deze unieke tentoonstelling worden maar liefst 13 museumzalen volledig ingericht. Kaarten kunt u het best vooraf reserveren. U reserveert de toegangskaarten hier.

De aanbidding van het Lam Gods.

“De aanbidding van het Lam Gods”. Jan en Hubert van Eyck, 1432. Tempera en olieverf op paneel, ‎340 × 440 cm

Eén van de bekendste werken is “De aanbidding van het Lam Gods”. Het werk wordt momenteel gerestaureerd. De restauratie van de vier panelen van Het Lam Gods in Gent is gereed. De afgelopen drie jaar werden grote overschilderingen verwijderd waardoor nu voor het eerst in meer dan 400 jaar de authentieke schilderijen tevoorschijn komen zoals de gebroeders Van Eyck ze maakten. Begin 2020 start in Gent het Van Eyck-jaar. Vanaf dan zijn de vier panelen van Het Lam Gods weer in volle glorie te zien zijn in de Sint-Baafskathedraal. In winterperiode is de kathedraal geopend van 10.30 uur tot 16 uur. De andere gerestaureerde (buiten)panelen worden tentoongesteld in het Museum voor Schone Kunsten Gent.  Wie op zondag komt moet er rekening mee houden dat de kathedraal omwille van de religieuze diensten pas vanaf 13.00 uur te bezoeken is.

Het altaarstuk is genoemd naar het onderste middenpaneel, waar een lam door groepen engelen, martelaren, profeten en apostelen wordt vereerd. Alle aandacht wordt dan ook getrokken naar dit grote centrale paneel.

Middenpaneel “de aanbidding van het Lam Gods”

In een groen landschap speelt zich de hemelse liturgie af rond het Lam Gods, Jezus Christus. Centraal, op een kleine groene hoogte staat een altaar en op het altaar het Lam. Het Lam leeft maar het spuit bloed uit een wond in een kelk. De toespeling is duidelijk: in elke eucharistie worden op het altaar de dood en de verrijzenis van Christus herdacht. Het geheel vormt dan ook een verwijzing naar het Laatste Avondmaal, waarin Jezus zelf de wijn beschreef als Zijn bloed, voor alle mensen vergoten tot vergeving van de zonden.

Het altaarstuk was oorspronkelijk geschilderd voor de Vijdkapel van genoemde Sint Baafskathedraal. Om veiligheidsredenen verhuisde het naar de hoofdkapel van de kathedraal. De koopman Vijd en zijn echtgenote Lysbette Borluut waren begunstigers van de bouw en opdrachtgevers voor het altaarstuk. Op de achterzijde zijn beiden afgebeeld. Het altaarstuk werd op 6 mei 1432 ingehuldigd; dat is ook vermeld op de lijst, met de tekst “VersU seXta MaI . Vos CoLLoCat aCta tUerI”. De hoofdletters vormen een chronogram dat het jaartal aangeeft: V+V+X+M+I+V+C+L+L+C+C+V+I = 1432. Deze datum valt gelijk met de doop van één van de kinderen van Filips de Goede: Josse van Bourgondië.

In de nacht van 10 op 11 april 1934 verdwenen twee panelen uit het wereldberoemd altaarstuk. Beide panelen werden enkele weken later gebruikt om er de bisschop van Gent mee af te persen. Eén paneel, St. Jan de Doper wordt op 28 mei 1934 terugbezorgd. Het andere paneel, De Rechtvaardige Rechters is tot op heden spoorloos.
Gedurende de De Tweede Wereldoorlog was het stuk door de Duitse bezetter ondergebracht in het kasteel van Hendrik IV van Frankrijk in Pau, Frankrijk. In 1942 werd het meegenomen voor Hitlers geplande kunstencentrum te Linz. Op 8 mei 1945 vond het Derde Amerikaanse Leger het intacte veelluik terug in de zoutmijnen van Altaussee bij Salzburg.

Christelijke symboliek
De apostel Johannes betitelt Jezus Christus als het Lam Gods (Johannes 1:29,36, Openbaring 5-8). Dit thema verwijst naar de oude Joodse gewoonte om middels een zoenoffer het volk te bevrijden van zijn zonden. In de eucharistieviering in de Rooms-Katholieke Kerk worden kerkgangers daar nog wekelijks aan herinnerd wanneer het Agnus Dei wordt gezongen. In de kunst is het Agnus Dei de figuur van een lam dat een kruis draagt, symbool voor Jezus als Lam van God. Deze voorstelling wordt vaak gebruikt in christelijke kunstwerken, waarvan “De aanbidding van het Lam Gods” het beroemdste is.

Een beschrijving van het altaarstuk
Wie het werk wil begrijpen bekijkt op Youtube de uitleg over het altaarstuk. Aan de hand van de verschillende panelen wordt het werk uitgelegd. Een prachtige uitleg. De film duurt 4 minuten en mag u niet missen. U vindt de film hier.

De symboliek in het altaarstuk
Op deze pagina wordt, met foto’s van details, ingegaan op de symboliek in het altaarstuk

Het geopende atltaarstuk.  Als u de grote afbeelding opent kunt u het geopende altaarstuk volgen. Deze afbeelding is te vergoten.
Op de bovenste rij (de hemel):

  • Adam; daarboven het offer van Kaïn en Abel
  • zingende engelen
  • Maria
  • God op de troon
  • Johannes de Doper
  • musicerende engelen
  • Eva; daarboven de moord van Kaïn op Abel.

De blote Adam en Eva zijn voor zover bekend de eerste ‘naakten’ in de Vlaamse schilderkunst. Let op de rechtervoet van Adam: het lijkt alsof hij uit het schilderij stapt. Het trio Maria – God/Jezus – Johannes wordt aangeduid als Deesis, een oud Byzantijns thema.

De onderste panelen tonen aan weerszijden figuren die op weg zijn naar de aanbidding van het Lam:

  • de Rechtvaardige Rechters
  • de Ridders van Christus
  • de aanbidding van het Lam
  • de kluizenaars
  • de pelgrims op bedevaart.

Het gesloten altaarstuk. Als u de grote afbeelding opent kunt u het gesloten altaarstuk volgen. Ook deze afbeelding is te vergoten.

De onderste panelen, deels in grisaille geschilderd, tonen:

  • De schenker Joos Vijd
  • Johannes de Doper
  • Johannes de Evangelist
  • De vrouw van de schenker, Lysbette Borluut

Daarboven, verdeeld over vier panelen, de Annunciatie met aan de linkerkant de aartsengel Gabriël en aan de rechterkant de Heilige Maagd.

De bovenste panelen tonen:

  • De profeet Zacharia
  • De Sibille van Erythrae
  • De Sibille van Cumae
  • De profeet Micha

Een prachtige pagina vindt u hier. Het complete altaarluik voor, tijdens en na restauratie. Als u op één van de panelen klikt krijgt u het afzonderlijke paneel te zien. De afbeelding kan sterk worden vergroot.  In combinatie met een uitgebreide beschrijving van de afzonderlijke panelen, welke u hier treft, is het hele altaarstuk nogmaals goed te volgen.

De Vlaamse primitieven
De gebroeders van Eyck hoorden tot de Vlaamse Primitieven, ook wel de Noordelijke Renaissance. Deze kunststroming verwijst naar het begin van de Nederlandse en Vlaamse schilderkunst en omvat grofweg de kunstenaars die tussen 1400 en 1550 in de Nederlanden actief waren, een gebied dat Nederland, België, Luxemburg, het Noorden van Frankrijk en delen van Duitsland omvatte. De schilderkunst van de 15e en de vroege 16e eeuw in de Zuidelijke Nederlanden is een stralend hoogtepunt in de kunstgeschiedenis. Het is een artistieke bloeiperiode die gekenmerkt wordt door een ver doorgedreven verfijning van de olieverftechniek en door de ijver om de zichtbare wereld op een zo gedetailleerd mogelijke wijze weer te geven. Ook in de religieuze beeldtaal of iconografie wordt dit realisme toegepast. De Vlaamse Primitieven benadrukken een ongeziene religieuze expressiviteit die een nieuwe traditie in de schilderkunst teweegbrengt. De opdrachten kwamen niet alleen van de verschillende hoven en de kerkelijke instellingen, maar ook van de steden en de burgerij. De schilder kreeg, voor het eerst, een zeer prominente plaats in de maatschappij. Door de contacten tussen Vlaanderen, Noord-Italië en andere regio’s op het oude continent, beïnvloedde deze typisch Vlaamse schilderkunst heel Europa.

De kunst der Vlaamse Primitieven is allerminst onbeholpen of gebrekkig, zoals dat woord suggereert. De naam “les primitifs flamands” of “Vlaamse Primitieven” vindt zijn oorsprong in de jaren 1840. In het begin van de 19e eeuw werden schilderijen uit deze periode onder de noemer “peintures gothiques” of “gotische schilderkunst” geplaatst. Maar deze term verdween onder de invloed van de romantiek die deze kunst herwaardeerde.

De grootste vernieuwing zat hem in het gebruik van olieverf over tempera waarmee je heel precies kon werken en waardoor prachtige kleurschakeringen ontstonden. Aan de grondslag van elk schilderij lag een aandachtige natuurwaarneming. Ieder detail (stofuitdrukking, kleur en lichtval) werd uiterst zorgvuldig en gedetailleerd opgebouwd. Aan het natuur- of architectonische kader besteedden de schilders evenveel zorg als aan de eigenlijke religieuze voorstelling. De Vlaamse Primitieven plaatsten hun figuren in de natuur of in een interieur en niet langer tegen een vlakke achtergrond. Van een tweedimensionale achtergrond maken figuren zich los door soepele, kunstzinnige modellering. De plastische vorm wordt scherp beëindigd met zware, donkere contouren, waarin overeenkomst merkbaar is met de loodranden van gebrandschilderde ramen. In sommige schilderijen is zelfs sprake van schaduw en reflectie.

Bekende schilders zijn:

  • Jan van Eyck
  • Hubert van Eyck
  • de Meester van Flémalle
  • Rogier van der Weyden
  • Dirk Bouts
  • Hans Memling
  •  Jeroen Bosch
  •  Gerard David
  • Fra Angelico
  • Hugo van der Goes.

Bronnen:
Statenvertaling online, Bijbel en kunst, Wikipedia, MSK Gent, Vlaamse Kunstcollectie, Kunstbus, Gemeente Gent, Kerknet, Atelier Jan Naezer