Uitgelicht » Joossien Dessing

Joossien Dessing

Robin de Puy, Joossien Dessing. Ets, aquatint.

Joossien Dessing is een voortreffelijk tekenares. Die tekenkwaliteiten komen tot zijn recht in het portret van Robin de Puy, ets met aquatint. Het portret werd gemaakt naar aanleiding van een foto van Koos Breukel. Het portret is gebruikt voor bovenstaande ets met aquatint.

De basis van de prent is de lijnets. Veelal in dezelfde richting met een mooie, niet te dicht op elkaar gezette arcering. Zet je een arcering te dicht op elkaar dan bijt de plaat kapot. Wij werken met zink in salpeterzuur. Dit zuur heeft bij zink de eigenschap zowel rechtstandig als naar de zijkanten te bijten. Zet je de lijnen dus te dicht op elkaar dan bijt het zuur de lijnen tot een gat waar alleen aan de zijkanten inkt blijft zitten. Tussen de lijnen 2 mm aanhouden is aan te bevelen.

De ets is afgemaakt met een aquatint.

Aquatint
Als prentkunstenaars met druktechnieken experimenteerden, was dat vaak omdat ze naast lijnen ook vlakken wilden creëren, of zochten naar  meer variatie in toon. Vóór de ontwikkeling van de aquatint gebruikten etsers technieken als arcering, kruisarcering, roulette en stippelgravure om vlakken op te vullen en een illusie van licht en duisternis op te roepen. Bij de aquatint wordt een zuurbestendige hars in fijne korrels over de plaat gestrooid en vast gebrand. Tussen de harskorrels ligt het metaal van de plaat open en kan deze worden gebeten. Aquatint bijt je in secondes tot een minuut of drie en wordt gebruikt om egale vlakken te krijgen. Echt zwarte vlakken moeten een aantal malen met hars worden bestrooid en gebeten.  Als uitvinder van de aquatint geldt J.B. Le Prince, midden 18e eeuw. Goya werd er beroemd mee.

Francisco Goya, lijnets, aquatint

Etsinkten
Etsinkt is niet veel meer dan een pigment in olie, ik geef het recept hieronder. Er bestaan ook in water oplosbare etsinkten. Milieuvriendelijk,  leuk voor de simpele lijnets en de amateur maar doe jezelf een plezier, koop ze niet. Is je papier iets te nat dan slaat de inkt door je papier en zit het op je vilt.

Ik heb zelf een grote voorkeur voor de inkten op oliebasis van Charbonnel, de Carbon Black. Er bestaan veel zwarten,. kijk dus goed wat je aanschaft. Charbonnel heeft de volgende zwarten:

Carbon Zwart.
Heeft een lage viscositeit en is goed  af te slaan.

Zwart 58981
Negro zwart, makkelijk af te slaan, heeft een lage viscositeit, geeft een schone afdruk met weinig plaattoon.

Zwart 55985
Diepzwart,  geschikt voor droge naald afdrukken, aquatint. Zwart 55985 is door zijn hoge viscositeit lastig aan te brengen maar versterkt de tekening van droge naald of aquatint en wordt gebruikt om andere zwarten krachtiger te maken. Samenstelling: Ivory Black, Carbon Black, Prussian Blue. Diepe, ietwat blauwzwarte kleur.

Zwart F-66
Voor alle soorten grafiek te gebruiken. Samenstelling: Ivory Black, Carbon Black. Eigenschappen: lage viscositeit en gemakkelijk af te slaan. Het zwart heeft een gemiddelde intensiteit. Lichte blauwzweem.

Zwart Compact RSR-Concentré
Zwart, dringt goed door in diepe groeven. Zeer geschikt voor diepe gravures. Goed af te slaan. Samenstelling: Carbon Black. Eigenschappen: viskeus, krachtig soepel zwart.

Zwart Luxe C
Geschikt voor droge naald, aquatint en ter versterking van andere zwarten. Gemakkelijker af te slaan dan 55985. Samenstelling: Ivory Black, Carbon Black, Prussian Blue. Eigenschappen: soepel en zacht blauwachtig zwart.

Zwart Carbon (alleen tube)
Makkelijk af te slaan, heeft een lage viscositeit. Geschikt voor alle technieken

Zwart Doux
Is zeer soepel en relatief dekkend, gemakkelijk af te slaan en bruikbaar voor het afzwakken van tonen bij te diep gestoken of geëtste platen.

Hoog en diepdrukinkt

Het verschil tussen inkt voor hoogdruk en inkt voor diepdruk  is, dat hoogdrukinkt veel visceuzer (taaier) en dekkender is dan diepdrukinkt. Dat heeft, uiteraard, te maken de manier van ininkten en afdrukken.

Bij hoogdruk wordt het oppervlakte (hoogste deel) van de drukvorm (linosnede, houtsnede, metalen letter) met een zo dun, maar ook zo dekkend mogelijke laag inkt bedekt (meestal met een roller). Voor het maken van de afdruk wordt papier op de drukvorm gelegd, zodat papier en inkt elkaar raken en er niet zoveel druk nodig is om genoeg inkt op het papier over te brengen. De afdruk laat dan een volledig met inkt bedekte voorstelling zien, met niet te weinig inkt (om schrale plekken te voorkomen), maar ook niet teveel inkt (om kraalranden te voorkomen).

Bij diepdruk wordt het oppervlakte van de drukplaat (ets, gravure, aquatint) volledig met inkt bedekt en de inkt wordt goed in de groeven van de plaat gewreven, zodat die allemaal volledig gevuld zijn. Vervolgens wordt de oppervlakte van de plaat schoongemaakt door zogenaamd ‘afslaan’ met behulp van gaas, papier en hand, zodanig dat er alleen inkt in de groeven overblijft. Bij het afslaan mag er geen inkt uit de groeven wordt verwijderd, anders zie je daar in de afdruk een blanke plek. Bij het afdrukken wordt papier in de groeven geperst, zodat het papier de inkt raakt. Daar is veel druk voor nodig. De afdruk toont de inkt die uit de groeven is gehaald en vaak is er binnen de moet van de drukplaat ook nog zogenaamde ‘plaattoon’ zichtbaar, een waas van inkt.

Hoogdrukinkt is taai en dekkend, doordat het bindmiddel (de olievernis) zeer visceus is en de kleurstof (het pigment) een hele fijne korrel heeft, denk aan een grootte kleiner dan 0,001 millimeter doorsnede per korrel. Diepdrukinkt is veel minder taai en minder dekkend, doordat de olievernis niet zo visceus is en de korrels van het pigment tussen de 0,001 en 0,005 millimeter doorsnede per korrel. De grotere pigmentkorrel en dunnere olievernis maken het mogelijk dat de inkt makkelijk over de plaat en in de groeven kan worden gewreven, en ook dat de inkt bij het afslaan in de groeven blijft zitten en als het ware ‘breekt’ op de rand van de groef als je erover heen veegt. Probeer je een plaat ingeïnkt met een hoogdrukinkt af te slaan, dan zou je bijna vastplakken aan de inkt als je erover heen veegt. Als je verder gaat met afslaan, dan trek je voortdurend inkt uit de groeven, omdat de inkt teveel samenhangt (plakkerig is) en niet op de rand van de groef ‘breekt’. Uiteindelijk zit er dan te weinig inkt in de groeven voor een volledige afdruk en zie je overal witte plekken in de lijnen.

Het is mogelijk om met een diepdrukinkt een linosnede af te drukken en het is mogelijk om met een hoogdrukinkt een ets af te drukken. Maar dan moet je de inkten bewerken om de juiste consistentie te bereiken en veel zorg besteden aan ininkten, afslaan en afdrukken om tot een aanvaardbaar resultaat te komen. Probeer het om het verschil mee te maken en de verschillen in de kwaliteit van de afdrukken te zien.

Inkt maken.

Etsinkt maken is niet moeilijk. Je hebt wel geduld nodig, reken op minimaal een half uurtje wrijven

  • Op je palet leg je een hoopje pigment.
  • Daar maak je een kuitje in en daar doe je gebrande plaatolie in (dikte 3). Gebrande plaatolie is standolie.
  • Met een paletmes tot een deegachtige massa vermengen
  • Dan wrijf je de inkt met een glazen loper en je voegt, waar nodig of wat plaatolie of wat pigment toe

De samenstelling is goed als er aan je spatel een een sliert gladde inkt van ca 5 cm blijft hangen. Breekt de inkt eerder af dan spreken wij over een korte inkt, is de inkt te lang dan spreken wij over een lange inkt. Een korte inkt is moeilijk af te slaan, een lange inkt zal vrij snel doorslag geven. Doorslag wil zeggen dat langs rand van de geëtste lijnen een gele olierand zichtbaar wordt,

Mijn inktpalet met glazen loper.

Bronnen: Wikipedia, Charbonnel, Drukwerk in de Marge, mijn atelier.