Op het atelier ligt een schedel, gekregen van de vrouw van een restaurateur. Ik haalde de schedel op in Wassenaar. Toen ik terugreed naar mijn atelier stond er een plastic tasje van de Aldi, met daarin de schedel op de passagiersstoel. Ik moest er aan wennen. Navraag leerde dat kunstenaars, als studiemateriaal, een schedel op het atelier mogen hebben.
Het is fantastisch studiemateriaal, je zet haar voor je en gaat meten. Recht voor je past de schedel in een vierkant. Al kijkend en metend kan je de schedel dan tekenen
Vandaag waagde Liesbeth Voest zich aan dit onderwerp. Eerst wat studies met potlood, daarna een studie met zachte pastel. Ik vind het knap hoe zij in één ochtend de constructie van de schedel onder de knie kreeg. Na het frontaal te hebben getekend, wordt hij volgende week in een andere stand gezet. Eigenlijk verandert de rechthoek dan in een blokje in perspectief. In dat blok is de schedel te construeren.
Het vanitasstilleven
De schedel staat symbool voor de vergankelijkheid.
Schilderijen met schedels, gedoofde kaarsen, verwelkte bloemen, vergane boeken, muziekinstrumenten, klokken of omgevallen glazen werd in de 17e eeuw de ijdelheid, tijdelijkheid en zinloosheid van het aardse bezit gevisualiseerd. Vooral in Nederland en Vlaanderen werd deze schilderstijl beoefend.
Het woord vanitas komt uit het Latijn en betekent ijdelheid en vruchteloosheid.
Met een vanitasschilderij wil de kunstschilder de boodschap overbrengen dat het plezier van het leven slechts een moment duurt. Omdat de tijd beperkt is, zou men dan ook ten volle van het huidige moment moeten genieten. De symboliek van een schedel of rottend fruit verwijzen naar de sterfelijkheid. Muziekinstrumenten laten de vluchtigheid van muziek zien, juist muziek heeft sterk een begin en een einde.
De thema’s van een vanitasschilderij zijn christelijk. Het thema dat het aardse leven vergankelijk is, en een voorbereiding op een later hemels leven, is een belangrijk element in de christelijke traditie.
Belangrijke schilders die het Vanitas als onderwerp hadden waren Heda en Claesz
