Wat is het verschil tussen terpentine en terpentijn?
De vraag wordt mij vaak gesteld. Bij het schilderen en etsen gebruikt je beiden. Alleen wel voor verschillende doeleinden.
Terpentine.
Terpentine is een aardolieproduct wordt gebruikt om penselen schoon te maken. Het is oplosmiddel, dat verklaart ook waarom, als je met terpentine schildert, de onderliggende laag kan oplossen. Gebruik je te veel terpentine in je olieverf dan loop je de kans dat de verf verschraald.
Gebruik terpentine dus puur als schoonmaakmiddel voor je penselen, het palet en etsplaten. Synthetische vernissen kunnen ook (voorzichtig) met terpentine worden verwijderd.
Terpentine kan longschade veroorzaken. De reukloze terpentine is niet minder schadelijk dan de gewone terpentine, misschien is de reukloze variant zelfs schadelijker. Je ruikt de terpentinedampen immers niet. Zorg dus altijd voor een goede ventilatie en gebruik niet al te wijde potten om terpentine in te doen.
Terpentijn
Bij het schilderen worden twee soorten terpentijn gebruikt:
- Portugese gomterpentijn
- Venetiaanse terpentijn
De Portugese gomterpentijnolie is een dikke stroperige vloeistof die uit inkepingen in naaldbomen vloeit. Die vloeistof wordt balsem genoemd en wordt hard. Dit harde product is colophonium hars, de hars die in gemalen vorm in de aquatintkast van het atelier zit en gebruikt wordt voor de aquatint. De hars wordt ook in blokjes als hars voor de strijkstokken van strijkinstrumenten verkocht.
Om terpentijn te krijgen wordt de vloeistof gescheiden van de vaste stof. Dat gebeurt middels verwarming door een distelleerproces. Hoe dat gaat zie je in een kort filmpje hier. De vloeistof die je overhoudt wordt (gom)terpentijnolie genoemd.
Pure gomterpentijn verharst heel snel, wordt gelig en moet in een donkere fles in het donker worden bewaard. Aan pure terpentijn heb je niet zoveel. Daarom wordt de terpentijnolie nogmaals gedestilleerd. Dan hou je de gerectificeerde terpentijn over, een vloeistof die zeker nog zal verharsen maar minder snel dan de niet gerectificeerde terpentijn. Donker wegzetten is dus altijd aan te raden. Deze terpentijnolie wordt gebruikt om olieverf te verdunnen en om harsen voor het maken van een vernis op te lossen.
Bij etsen kan de Portugese gomterpentijn gebruikt worden om inkten iets te verdunnen. Doe dat altijd met beleid, te veel terpentijn in de inkt geeft een vervelende, zichtbare, gele doorslag op je papier en aan de randen van de lijnen.
Venetiaanse terpentijn
Venetiaanse terpentijn wordt gemaakt uit de hars van de lariks. Het is een balsem welk als een medium voor olieverf kan worden gebruikt om te glaceren. Het wordt dan gemengd met gomterpentijn. De maximale dosering is 5%, bij een hoge dosering ontstaan, door het verschil in droogtijden, scheurtjes in de verflaag
Ook terpentijn is schadelijk, zorg dus altijd voor goede ventilatie en gebruik niet meer dan noodzakelijk.
Papaverolie
Papaverolie is een vette olie gewonnen uit de zaden van de papaver en vergeelt minder. Voor lichte en blauwe kleuren kan dus beter wat papaverolie worden toegevoegd. Omdat het erg traag droogt kan wat droogmiddel, siccatief (ca 2%) worden toegevoegd.
Medium
Het principe van olieverf is om vet over mager schilderen. Dat betekent dat je met een minder vet medium, b.v. de gomterpentijn begint en daarna een medium gebruikt wat steeds iets vetter is. Dat kan je gewoon in de handel kopen maar je kunt het ook zelf maken.
Lijnolie (olie gemaakt van vlaszaden) en standolie (een sterk ingedikte en gekookte lijnolie) kunnen met mate aan Portugese gomterpentijn worden toegevoegd. De standolie is erg vet en kan dus goed op ook wat vettere onderlagen worden aangebracht. Door het indikken is de standolie wat geel van kleur. Standolie droogt bijzonder langzaam, en laat glans op het schilderij achter. Schilder dus nooit één stukje met een medium met standolie, maar het hele doek.
Een goede uitleg over de diverse oliën vindt je hier.
Dick Ket (1902-1940)
Dick Ket schilderde voornamelijk zelfportretten en stillevens. Vanwege zijn zwakke gezondheid was hij aan huis gebonden en bleef hij bij zijn ouders wonen. Vooral in het laatste decennium van zijn korte leven, hij werd slechts 38 jaar oud, was hij bijzonder productief.
Het Kunstmuseum Den Haag heeft een zelfportret van hem waar een aardige anekdote aan zit. Ket schilderde zijn doeken soms met een niet drogende olie (ik dacht slaolie maar kan het nergens terugvinden). Dit portret moest om het half jaar gekeerd worden omdat het rechteroog steeds zakte. Op die manier kwam het oog weer op de goede plek en kon het een tijdje gewoon hangen. Het portret is inmiddels gerestaureerd.