Materiaal en Techniek » Zinkwit of titaanwit?

Zinkwit of titaanwit?

Verf kent een aantal witten, maar welk wit gebruik je eigenlijk en waarom?

  • titaanwit
  • zinkwit
  • flakewhite
  • cremserwit
  • cremnitzwit (loodwit)

Titaanwit is een dekkende  wit. Het is een lichtechte wit welk maar in geringe mate gevoelig voor atmosferische invloeden. Titaanwit is een traag drogend wit.  Het is het meest verkochte wit en wordt gebruikt als  vervanger voor het giftige loodwit. Als mengkleur is het niet de meest geschikte witte. Het dekkende karakter maakt dat de verf bij mengingen niet echt zuiver is, de intensiteit van de kleur neemt af. Uitstekend te gebruiken voor onderschilderingen in grijzen.

Zinkwit is een halftransparant wit. Het is een zuiver wit wat haar zeer geschikt maakt om te mengen. Het transparante karakter zorgt er wel voor dat je veel zinkwit nodig hebt om een lichte kleur te mengen. Zinkwit droogt iets sneller dan titaanwit. Zinkwit is uitermate geschikt voor glacistechnieken.

Cremserwit is een menging van titaan en zinkwit. Het wordt ook schilderwit genoemd.

Flakewit of “Loodwit hue” is een minder schadelijk alternatief voor het traditionele loodwit. De verf wordt zo gemaakt  dat hij de kleurkracht en consistentie van het originele loodwit benadert.

Cremnitzwit is het traditionele loodwit. Een wit wat geweldig dekt en snel droogt. Door het ontbreken van zink heeft dit wit een wat draderige consitentie.  Perfect om te schilderen in de stijl van de oude meesters of het aanbrengen van withogingen. Let op; deze kleur niet op de huid laten komen en bij withogingen de schuurstof niet inademen vanwege giftigheid.

Dekkend of niet dekkend staat op veel tubes op de volgende wijze aangegeven:

Een meester in het gebruik van witten was de Haarlemse stilleven schilder Pieter Claesz. Op het afbeelding zien we een glas met aan de voorzijde een dun, met zinkwit geschilderde vorm welk als glacis over de donkere ondergrond werd aangebracht. Met loodwit (titaanwit bestond nog niet) zijn de hooglichten op het glas aangegeven. Deze afbeelding laat duidelijk zien wanneer zink en wanneer lood/titaanwit worden gebruikt.

Ontbijtje met haring, garnalen, broodje, zoutvat, glas rode wijn en halve sinaasappel,detail. Pieter Claesz. 1623 Collectie Wallraf-Richartmuseum Keulen.

Pieter Claesz.
De stillevenschilder Pieter Claesz. (1596/97–1660) was waarschijnlijk afkomstig uit Berchem, bij Antwerpen Helemaal duidelijk is dat niet, andere bronnen geven aan dat hij in Duitsland zou zijn geboren. Er is weinig documentatie over de schilder. Hij kwam al vroeg naar Haarlem, waar hij in 1617 trouwde en tot zijn dood woonde.

Zijn vroege werk was Claesz uitgesproken kleurenrijk. Later in zijn loopbaan ging hij gedemptere kleuren gebruiken, die dichter bij elkaar liggen. Zijn composities werden in die tijd ook zwieriger, breder en nonchalanter dan in zijn beginperiode. Toch overlappen de voorwerpen in zijn stillevens elkaar nauwelijks. Voor zover bekend waren stillevens het enige genre dat hij in zijn hele carrière beoefende. Pieter Claesz zag het weergeven van materialen en lichtreflecties als hoogste doel; daar was hij dan ook een meester in. Claesz werkte in hoofdzaak voor de vrije markt.

Met Willem Claesz Heda maakte Pieter Cleasz Haarlem tot het stillevencentrum van de Nederlanden. Beide schilders maakten, naast stillevens, een aanzienlijk oeuvre schilderijen met als onderwerp het Vanitas.

Pieter Claesz  en Heda waren  gewaardeerde schilders. Op inventarislijsten komen we schilderijen tegen in prijs variërend van fl. 5 – fl 60,-.Voor een schilderij van Heda betaalde men tussen de fl. 2,50 – fl. 35,-. Ter vergelijking, een doek van Floris van Schooten staat op een inventarislist voor fl. 2,10.

Het vanitasstilleven

Met bijvoorbeeld schedels, gedoofde kaarsen, verwelkte bloemen, vergane boeken, muziekinstrumenten, klokken of omgevallen glazen wordt de ijdelheid, tijdelijkheid en zinloosheid van het aardse bezit gevisualiseerd. Vooral in Nederland en Vlaanderen werd deze schilderstijl beoefend.

Het woord vanitas komt uit het Latijn en betekent ijdelheid en vruchteloosheid.

Met een vanitasschilderij wil de kunstschilder de boodschap overbrengen dat het plezier van het leven slechts een moment duurt. Omdat de tijd beperkt is, zou men dan ook ten volle van het huidige moment moeten genieten. De symboliek van een schedel of rottend fruit verwijzen naar de sterfelijkheid. Muziekinstrumenten laten de vluchtigheid van muziek zien, juist muziek heeft sterk een begin en een einde.

Het thema van een vanitasschilderij is christelijk. Het thema dat het aardse leven vergankelijk is, en een voorbereiding op een later hemels leven, is een belangrijk element in de christelijke traditie.

Vanitas. Pieter Claesz, 1630. Olieverf op linnen.