Uitgelicht » Marjon den Heijer

Marjon den Heijer

Wat is olieverf op waterbasis? Hoe werk ik met olieverf op waterbasis? Kan je met olieverf op op waterbasis net zo schilderen als met gewone olieverf? Vragen die ik regelmatig hoor.

Marjon den Heijer schilderde onderstaand schilderij met Cobra, de watervermengbare olieverf van Talens.

Golden retriever, Marjon den Heijer. Waterverdunbare olieverf op linnen.

Ik vind het een prachtig schilderij. De aandacht zit precies waar het moet zitten, op de kop. En hoe. Wat ik zelf heel erg mooi, maar ook knap vind, is dat het achterlijf heel mooi in de achtergrond wordt opgenomen.

Het was een worsteling, een hond in het verkort schilderen. Verkort of verkorting is een term  waarmee wordt aangeduid dat een lichaamsdeel of een ander voorwerp dat naar de kijker toewijst of daar vandaan gaat,  door de werking van het perspectief sterk wordt vertekend, korter wordt. Vandaar de tem verkort.

Als je de verkorting goed in beeld kan brengen, dan kan je het onderwerp realistisch in beeld brengen. Dat is Marjon uitstekend gelukt. Het lichaam van de hond kan je als een doos zien, een voorkant, twee zijkanten en een achterkant. Teken je die doos goed in perspectief dan is het lichaam daar goed in te plaatsen.

Los van het technische deel; je ziet dat het schilderij met liefde is geschilderd. De kop, die prachtige kleur die de tong heeft en de penseelvoering waarmee de stofuitdrukking van de haren is geschilderd; het klopt allemaal. Kortom, een heel goed schilderij. Ik begreep dat het doek geschilderd is als cadeau voor de eigenaar van de hond; naar mijn idee is dat een heel goed cadeau.

In onderstaande schets van Mauve zie je op de achtergrond hoe hij de koeien eerst in blokken opdeelt en ze dan pas uitwerkt. Een grotere foto vindt u hier

“Liggende koeien in een weiland”, Anton Mauve 1848. Collectie Rijksmuseum Amsterdam.

Verf
Verf is in principe niet meer dan pigment met een bindmiddel. Wil je een goedkope verf maken dan gebruikt je minder pigment en voeg je een vulstof, veelal champagnekrijt, toe. Hoe goedkoper de verf, hoe slechter de kwaliteit. Op de traditionele olieverf na, is alle verf met water te vermengen. In plaats van pigmenten worden soms kleurstoffen gebruikt.

Pigmenten versus kleurstoffen.
Pigmenten zijn gekleurde poeders die niet oplossen in de vloeistof waarmee ze worden gemengd. Ze moeten worden gemalen en regelmatig in het (vloeibaar gemaakte) bindmiddel van de verf worden verdeeld. Eigenschappen van de verf zoals kleur, kleurkracht, dekkracht/transparantie en lichtechtheid worden bepaald door onder andere het type pigment.
Als een kleurgevende stof in een vloeistof oplost (uiteenvalt, zoals suiker in water), dan hebben wij te maken met een kleurstof.

Kleurstoffen.
De lichtechtheid van oplosbare kleurstoffen in verf of inkt is slecht tot matig. Ze worden daarom niet gebruikt in producten voor de kunstschilder. Een schilderij moet gezien kunnen worden en daar is licht voor nodig; de kleuren moeten dus duurzaam zijn. Kleurstoffen worden gebruikt in “hobbyproducten” als ecoline en de watervaste tekeninkten. De Oost Indische inkten verkleuren niet.

Een tweede nadeel van kleurstoffen is dat zij “bloeden”, de kleur dringt door andere verflagen heen of verspreidt zich in de directe omgeving.

Pigmenten
Van oudsher zijn pigmenten zijn vaak vernoemd naar hun vindplaats. zo kwam het pigment Utramarijn, het oude Lapis Lazuli van “over de zee”, (Ultra Marine). Hoe je lapis lazuli maakt, waarom je bij het maken hiervan moet uitkijken voor oude vrouwen lees je in dit artikel. Mocht iemand het zelf willen maken, hou er rekening mee dat het maken van lapis lazuli eerder “een bezigheid is voor mooie meisjes dan voor mannen” )IL libro dell’Arte, Cenninno Cennini (Sienna 1360? – Florence1427?).

Organische pigmenten zijn opgebouwd uit koolstofverbindingen. Voordat ze synthetisch geproduceerd werden, waren ze dikwijls van dierlijke en plantaardige herkomst. Voorbeelden van synthetische organische pigmenten zijn: alizarine, azo-pigmenten (het gele, oranje en rode kleurgebied), phtalocyanine (blauwe en groene kleurgebied) en quinacridone (een lichtecht roodviolet pigment).

Anorganische pigmenten (van minerale oorsprong) zijn metaalverbindingen, bijvoorbeeld oxides. In vergelijking met organische pigmenten is het aantal gering. Voorbeelden van natuurlijke anorganische pigmenten zijn ombers, okers en sienna’s als deze uit de aarde worden opgegraven. Pigmenten met dezelfde benamingen worden echter ook synthetisch geproduceerd. Andere voorbeelden van synthetische anorganische pigmenten zijn de cadmiumgelen, -oranjes en -roden, kobaltblauw en titaanwit.

Verlakte pigmenten zijn kleurstoffen die voor een bepaald vloeibaar bindmiddel of oplosmiddel onoplosbaar zijn gemaakt. Dit gebeurt langs chemische weg door de kleurstof neer te slaan op (te fixeren in) een voor het desbetreffende bindmiddel onoplosbare kleurloze stof (inert pigment). Ofschoon de lichtechtheid van de kleurstof hierdoor enigszins wordt verbeterd, blijft deze gering. Bovendien hebben ook verlakte pigmenten de bloedende eigenschap van kleurstoffen: de kleur dringt door andere verflagen heen of verspreidt zich in de directe omgeving.


Grotschildering
We kennen allemaal de grotschilderingen uit Lascaux.  De verf werd op verschillende manieren aangebracht: met de vingers en tenen in de rode leem gedoopt, met eenvoudige kwasten, maar ook werd de verf in de mond genomen en op de rotswand gespuwd. Spuug en leem waren de eerste bindmiddelen voor verf. Later werd dit toegepast in de fresco techniek. Verf wordt dan op een natte pleisterlaag aangebracht.

grotschildering Lascaux

Ei-tempera, vette ei tempera en de basis van de watervermengbareolieverf
De klassieke techniek van het schilderen met ei berust op het hard worden van het eiwit onder invloed van het (zon)licht. Het eigeel bevat meer van de chemische stof “eiwit” dan het “wit”. Eigeel bevat ook een ei-olie die een gedroogde en uitgeharde laag soepel houdt, belangrijk voor het behoud van ei als bindmiddel in verf.

Het eigeel wordt uit de dooierzak gehaald en met een beetje water (+/- 1 milliliter per dooier) losgeslagen. Pigment wordt met water tot een pasta gewreven. Pigmentpasta en eigeel worden om te beginnen in een volumeverhouding van 1 op 2 met elkaar vermengd. Elk pigment heeft voor een optimaal resultaat meer of minder eigeel nodig.  Wanneer de verf met een paletmes als een continue film van een glasplaat valt te halen is de verf geschikt voor gebruik. De klassieke methode van schilderen houdt in dat men de verf met water verdunt en met een bijna droge kwast in een streek opbrengt. In de zon is de verfstreek in enkele seconden uitgehard en kan een volgende laag worden opgebracht. Volgende lagen mengen zich niet met de vorige.

Het voordeel van de ei-tempera, de snelle droging, is ook een groot nadeel. In de loop van de schilderkunst werd aan de ei tempera wat olie toegevoegd. Daardoor droogde de verf langzamer, afhankelijk van de emulsie die je maakt kan dat wel eens een paar dagen duren. Voeg je standolie toe dan spreken we over een vette tempera; de basis van de watervermengbare olieverf.

Vette tempera
In deze verf zit eigeel, standolie, water en pigment. Eigeel bevat naast eiwit en ei-olie ook lecithine. Dit is een emulgator waarmee oliën tot wel zeven keer het volume van eigeel kunnen opnemen, terwijl het mengsel nog steeds met water te vermengen is . In feite hebben we bij gebruik van een drogende olie hier een oude vorm van watervermengbare olieverf.  Als olie kan lijnolie of standolie worden genomen. Voeg de standolie heel langzaam onder roeren toe aan het eigeel. De olie moet de tijd krijgen om fijnverdeeld in het waterige milieu van het eigeel te worden opgenomen. Voegt men met name in het begin de stand(lijn)olie te snel toe, dan wordt het water van het eigeel in fijne druppeltjes in de olie opgenomen. Dan is de emulsie mislukt. Degenen die ervaring hebben met mayonaise maken kennen ongetwijfeld dit verschijnsel.

Tempera werd als vaak als onderschildering toegepast. Daarna werd een dun laagje transparante olieverf aangebracht.

Olieverf
Sinds de zeventiende eeuw is het schilderen met olieverf de meest gebruikte techniek. In tegenstelling tot de andere schildertechnieken is het niet mogelijk eenduidige recepten te geven. De basis is het aanwrijven van pigment met een drogende olie, meestal lijnolie. Men verkrijgt dan een olieverfpasta waarmee nog niet altijd te schilderen valt. Men dient dan een schildermedium te gebruiken. Voor verdere uitleg over olieverf verwijs ik naar het artikel van Pieter Keune op de website van Verfmolen de Kat

Jan van Eyck was de eerste kunstschilder die op grote schaal olieverf ging gebruiken. Van Eyck ontdekte dat lijnzaadolie hem nieuwe mogelijkheden bood om de verf in hele dunne laagjes aan te brengen. Toch is Van Eijck niet de ontdekker van olieverf. In een grot in Afghanistan werden eind vorige eeuw schilderingen gevonden waarin walnootolie was gebruikt. De verf werd gedateerd op 650 voor Christus en zou dus de oudste olieverf ter wereld zijn. In het mengsel zaten ook allerlei andere bindmiddelen waaronder bijenwas.

Al in 12e eeuwse geschriften van Theophilus (‘Over verschillende kunsten’, 1125) staat een recept voor het maken van olieverf. Ook zijn er in kerken in Zweden Middeleeuwse beelden die al met olieverf geschilderd zijn. In een Noorse kerk in Tingelstad is een 13e eeuw altaarstuk dat geschilderd werd met olieverf. Ondanks dat de schilderingen primitief zijn, laat het zien dat olieverf, voor Jan van Eijck er mee begon te schilderen, in Scandinavië al werd gebruikt.

Tingelstad Altaar, olieverf op paneel, 13e eeuw

Caseïne-tempera
Naast ei tempera kennen we een caseïne-tempera. Caseïne is een eiwit wat uit melk wordt gehaald en heeft een goede hechtingskracht.
Een tijdje geleden werd een nieuwe tekening van van Gogh ontdekt. Deze tekening was gefixeerd met mengsel van melk en water. Het handboek van Doerner maakt wel melding van deze mogelijkheid maar vertelt er niet bij dat de caseïne uit de melk zorgt voor de hechting.

“Studie voor versleten Vincent van Gogh, 1882. Houtskool. Gefixeerd met melk

Medium W Schmincke

Zoekend naar informatie over met waterverdunbare verf kwam ik op de website van Gerstaecker het Medium W van Schmincke tegen. W moet voor water staan. Medium W blijkt een medium te zijn waarmee je”gewone” olieverf met water uit de kraan kunt verdunnen. Ik ken het zelf niet maar publiceer de recensie van Suzanne Glerum die het medium gebruikt.

“Na jarenlang olieverf met terpentine en soms wat lijnolie te hebben vermengd kreeg ik last van de dampen die bij gebruik van terpentine vrijkomen. Hoofdpijn, geïrriteerde ogen, rode huid — misschien herken je het wel.

Ik ben op zoek gegaan naar een ander medium en kwam uit bij MEDIUM W van Schmincke. Met dit medium maak je je olieverf wateroplosbaar. De olieverf wordt met een deel van dit medium en water — gewoon, uit de kraan — vermengd en wordt dan smeerbaar en smeuïg. Ideaal, want je hebt geen last meer van kwalijke dampen. De alla prima techniek — het nat-in-nat schilderen direct op het doek — leent zich er uitstekend voor. Maar dit medium is ook geschikt voor glacerende technieken waarbij je laag over laag aanbrengt.

En schoonmaken? Je kwasten smeer je uit in een doek en maak je daarna schoon met oliehoudende kernzeep van Da Vinci — eenvoudiger kan het niet!

Het medium versnelt enigszins de droging en droogt zijdeglanzend op. De hoeveelheid die je van MEDIUM W gebruikt hangt af van hoe je schildert, maar ik doop m’n kwast in water, smeert ‘m door het medium en daarna door de olieverf.

De een zal preciezer werken dan de ander, maar ik ben een alla prima schilder en smeer de kleuren door elkaar. Ik vind die viezige tinten juist mooi! Maar wanneer je dit niet wilt, dan zet je meerdere schoteltjes met MEDIUM W klaar en gebruik je voor elke kleur een andere kwast.

Ik gebruik nu al jaren geen terpentine meer en heb geen last meer van duizelingen of hoofdpijn. Ook voor het milieu is het trouwens beter geen terpentine te gebruiken.

Suzanne Glerum”

Watervermengbare olieverf
Schilderen met watervermengbare olieverf is in principe hetzelfde als schilderen met traditionele olieverf. Het is ideale verf voor alle olieverftechnieken zoals bijvoorbeeld gelaagd schilderen, alla prima,  en glacistechnieken. Je kunt ermee werken van grove tot zeer fijne structuren, en de verf is puur of gemengd met water en/of een medium te gebruiken. Dekkend of transparant, met penseel, paletmes, roller, kwast of spons opgebracht, alles is mogelijk. Na droging blijft de kleur en structuur van de olieverf onveranderd behouden. De olieverf is een olieverf die met water mengbaar is in plaats van gewone oplosmiddelen en ruikt daarom minder sterk chemisch dan gewone olieverf. Je hebt dus geen oplosmiddelen nodig zoals terpentijn of terpentine.
Dat is het belangrijkste verschil met traditionele olieverf. Je kunt watervermengbare olieverf bovendien ook wegwassen met water. Ook tijdens het schilderen kun je de verf verder verdunnen met water en je penselen kun je schoonmaken met water en zeep. Dit type olieverf is ideaal als je overgevoelig bent voor oplosmiddelen of ergens werkt waar deze niet toegestaan zijn. Terpentijn, terpentine en andere oplosmiddelen zijn namelijk niet alleen licht ontvlambaar maar kunnen ook irriterend zijn voor de longen, huid, ogen en bij inslikken.

Dat je met watervermengbare olieverf uitstekend kunt schilderen laat Marjon zien.

Bronnen: Verfmolen de Kat, Peter van Ginkel, Wikiwand, bronnenvankennis.nl, The fine art collective, Max Doerner schilderkunst, Labshop, Kunstvensters, Deva kunstenaarsmaterialen, IL libro dell’Arte, Cenninno Cennini.